Je hebt soms van die uitspraken die je maar blijft herhalen. Je kent ze vast wel, omdat jouw moeder dit vroeger ook tegen jou zei en nu zeg jij het ook tegen jouw kindje. Deze 31 typische moeder uitspraken heb jij vast wel eens tegen je kind(eren) gezegd.
Irritante uitspraken
Uitspraken die mijn ouders vroeger deden gebruik ik nu soms ook. De meest irritante uitspraak van mijn vader vond ik altijd: ”Doe je ogen maar dicht en wat zie je dan?”. Waarop ik antwoordde: ”Niks”. ”Dat is dus van jou”, zei hij dan. Nu zeg ik dat zelf ook wel eens tegen mijn kinderen als ze zeggen dat alles van hun is.
Mijn moeder haar meest irritante uitspraak (die ik ook heb over genomen 😉 ) was dat als ik mij verveelde ze zei: ”Ga je kamer maar opruimen dan heb je wat te doen”. Welke ik ook verschrikkelijk vond is de uitspraak die ze zei als ik dorst had onderweg ofzo. ”In huis hebben we een kraan en dan kun je zoveel water drinken als je maar wilt”. Terwijl ik gewoon iets lekkers te drinken wilde hebben en niet dat stomme water. Nu drink ik de hele dag door water en (bijna) geen frisdrank.
Typische moeder uitspraken
Naast de bovenstaande uitspraken zijn er nog meer uitspraken die we bijna dagelijks tegen onze kinderen zeggen.
- Niet liggen of rennen met snoep in je mond
- Trek nou iets aan je voeten, straks stoot je je teen
- Ik tel tot 3
- Moet er nog iemand naar de wc voordat we gaan?
- Waar heb je het voor het laatst neergelegd?
- Wie is er hier de baas jij of ik?
- Deur dicht het is geen zomer
- Toen ik zo oud was als jij……..
- Ben je jarig ofzo?
- Om daarom
- Praat ik Chinees?
- Kan dat iets zachter, het lijkt hier wel een crèche
- Vraag maar aan papa
- Ga eens gewoon zitten
- Laat de stoel op vier poten staan
- Handen boven de tafel tijdens het eten
- Vingers uit je neus
- Opschieten anders komen we te laat
- Snoep is geen ontbijt
- Omdat mama alles hoort en ziet
- Als je je wortels niet opeet krijg je later een bril
- Niet in de mond stoppen dat kun je niet eten
- Ik kom er zo aan, mama zit even op de wc
- We gaan niet snoepen vóór het eten
- Ik heb maar 2 handen
- Er zijn kinderen die helemaal géén speelgoed hebben
- Niet op mama schieten
- Nu ophouden, ik krijg er een punthoofd van
- Niet zo dicht bij de tv gaan staan
- Niet op de bank springen
- Ik heb geen go go gadgets arms
Lees ook:
Met welk zinnetje kun jij dit rijtje aanvullen?