Om het minste geringste kunnen ze boos worden, die kleine peuters. Ze gaan schreeuwen, soms zelfs krijsen als ze hun zin niet krijgen of het niet gaat zoals zij het willen. Wanneer mijn peuter boos is om iets heel lulligs kan hij met de deuren gaan slaan, schreeuwen en zegt poep-mama. Nu ben ik het zat en heb iets bedacht waardoor hij mij nu nooit meer zo noemt en zijn woede aanval minder lang duurt.
Peuters worden snel boos
Je hoeft maar iets te zeggen of te doen wat peuters niet zint en het is gedaan met de rust. Ze kunnen dan zo boos worden dat de kamer haast te klein is en dit kunnen ze ook heel lang volhouden. Er zijn ontelbare redenen te bedenken waarom jouw peuter een woede aanval kan krijgen of zelfs kan exploderen:
- Het brood is in te grote of te kleine stukjes gesneden terwijl je het dubbel had moeten vouwen.
- Je hebt ‘nee’ gezegd of ‘even wachten’.
- Hij krijgt iets wat hij niet lust.
- Zijn broertje het blauwe potlood heeft en die heeft hij nodig.
- Je geeft hem een appel in stukjes, maar je hebt hem niet geschild.
- Hij krijgt de verkeerde kleur beker met ranja, terwijl hij de groene beker wilde mét appelsap.
- Je hebt niet direct antwoord gegeven op zijn vraag.
- Één van zijn broertjes met iets speelt wat van hem is.
- Je hebt gevraagd of hij zijn speelgoed even wil opruimen.
- Hij wil iets lekkers, maar je gaat zo eten.
- Als het geluid van de tv zachter word gezet en nu kan hij niks meer horen.
- Je peuter wil een trui aan en géén vest.
- Hij heeft dorst en het duurt te lang dat je hem wat te drinken geeft.
- Je hebt worst op zijn boterham gedaan, maar hij wilde hagelslag.
- Iemand eerder op de fiets thuis en je peuter dus niet heeft ‘gewonnen’.
- Hij op het knopje van de lift wilde drukken, maar zijn broertje dit al heeft gedaan.
- Zijn broertje raakte hem aan of erger nog hij keek.
- Hij is moe van het lopen en wil gedragen worden, maar dit kan niet omdat je je handen al vol hebt.
- Je aan het stofzuigen bent en dat maakt te veel lawaai.
- Er iets groens in zijn eten zit en dat lust hij niet.
- Je de tv uitzet, omdat je gaat eten en hij geen honger heeft.
- Hij naar bed moet, maar hij is niet moe en nog honger en dorst heeft.
- Hij zijn schoenen aan moet trekken, omdat je naar school moet.
- Je peuter al zo lang in bad zit dat het nu wel tijd word om eruit te gaan, maar hij wil niet.
Nee, het leven van peuters is niet makkelijk.
Als mijn peuter boos word (en dat hij is nogal vaak en snel) zegt hij altijd: ”Poep-mama, ik vind jou niet meer lief, nóóit meer!”. Vaak slaat hij dan met de deur, gaat hij zich ergens verstoppen of boos op de trap zitten. Spugen op de grond, gooien met een stuk speelgoed of extra kapot maken is ook een optie. Dat poep-mama ben ik nu wel zo zat en ik kan wel 100 keer zeggen dat ik dat niet wil hebben, maar luisteren is ook niet hun sterkste kant. Nu heb ik iets bedacht waardoor hij mij niet meer uitscheld voor poep-mama, maar ik altijd de liefste ben én blijf.
Nooit meer poep-mama
Deon was laatst een serie aan het kijken waarbij een jongen langzaam veranderde in een trol, omdat hij heel gemene leugens verspreidde over anderen. Hij kreeg een dikke neus, vieze voeten met gelige lange nagels en een dikke buik. Brent zag het en keek met grote ogen. ”Word ik ook een trolletje mama?”. ”Nee, natuurlijk niet, jij wordt geen trol”, zei ik. Maar toen bedacht ik me dat ik dit weleens kon gaan gebruiken. Niet heel aardig natuurlijk, maar dat is poep-mama ook niet. Ik hield het in mijn achterhoofd, maar het hoefde daar niet zo lang te blijven hangen, want al vrij snel kon ik het gebruiken.
Waarschijnlijk heb ik iets heel vreselijks gezegd of gedaan, want mijn peuter was weer eens boos. ”Poep-mama, ik ben boos op jou”. Hij gooide de deur open die tegen de kast aan knalde en liep boos weg. Ik liep hem achterna en vroeg waarom hij zo boos was. Met zijn armpjes over elkaar keek hij mij boos aan. ”Ik vind jou niet meer lief, alleen papa”. ”Wil jij soms een trolletje worden?”, vroeg ik hem. Hij keek mij aan en ik zag hem denken aan de trol die hij op tv had gezien. ”Nee, ik wil geen trolletje worden”. Hij deed zijn trui omhoog om naar zijn buik te kijken, maar die was tot zijn opluchting niet veranderd. ”Als jij poep-mama zegt word je een trolletje en dat wil je toch niet?”.
Hij keek mij aan. ”Sorry mama, jij bent de aller liefste” en gaf mij een knuffel en een kus. ”Nu word ik geen trolletje meer hè mama?”. ”Nee, nu niet meer”, zei ik. ”Maar wel als ik poep-mama zeg hè? ”Ja, dan wel, maar dat doe je nu niet meer toch?” en hij schudde zijn hoofd. Nu bedenkt hij zich wel als hij weer eens boos is, want een trolletje wil hij niet worden.
Wat doet jouw peuter als hij boos is en waarom kan hij heel boos worden?
Lees ook: